Lactose-intolerantie? Kijk verder!
Lactose-intolerantie wordt in de complementaire gezondheidsaanpak vaak aangehaald als oorzaak van spijsverteringsklachten en darmproblemen. De oorzaak zou een tekort zijn aan lactase, een enzym in de darmen dat ons helpt om lactose af te breken en op te nemen. Vermijden van melk en/of lactase als supplement is vaak de geboden oplossing. Maar is daarmee de kous af?
En vooral: zijn daarmee dieperliggende oorzaken aangepakt? Wie dieper in de research graaft en wat verder kijkt dan het populair-wetenschappelijke, komt soms tot verrassende ontdekkingen. Veel van de veronderstellingen rond lactose-intolerantie blijken slechts half waar te zijn, of zijn inmiddels achterhaald of gebaseerd op een verkeerde aanname.
Zo blijkt dat Europeanen zelden een genetische aanleg hebben om lactase , het lactose afbrekend enzym, niet (meer) aan te maken, dit in contrast met bijvoorbeeld Afrikanen en Aziaten. Bij hen ontbreekt lactase vaak wél. Bij Aziaten neemt de aanmaak van lactase af tijdens het opgroeien. Bij Europeanen is dat niet het geval.
Is het besluit dan dat Aziaten en Afrikanen koemelk minder goed kunnen afbreken en meer kans hebben op lactose-intoleranties?
En waarom is de symptomen-cluster genaamd ‘lactose-intolerantie’ hier in het westen dan in opmars als lactase hier wél een intrinsiek onderdeel van de darm uitmaakt?
Hier wordt het interessant.
Raar maar waar (maar follow the science) is er na onderzoek slechts een beperkt verband gevonden tussen de afwezigheid van lactase (het enzym dat lactose zou afbreken), de consumptie van lactose en gerelateerde darmklachten.
Zo blijkt uit studies dat veel Aziaten (tot 80 %) het enzym lactase missen maar blijkt, afhankelijk van de studie, slecht ongeveer 20 % percent van deze mensen last te hebben van wat dan ‘lactose-intolerantie’ wordt genoemd.
Veel van deze klachten komen overigens overeen met klachten die worden vastgesteld bij mensen met een tekort aan spijsverteringsenzymen, lever en galproblemen en iets als ‘spastische darmsyndroom’.Hier liggen vaak andere oorzaken aan de grondslag (daarover verder meer). Het klopt dus niet dat je lactose-intolerent bent omdat je het lactase-enzym mist.
En het wordt nog interessanter.
Waar nog minder naar gekeken wordt, zijn de verschillen in type koemelk. Want dit is van belang. Zo drinken wij nu bijna altijd koemelk van het A1 type. Dit is een type koe die vooral sinds de tweede wereldoorlog gekweekt wordt, omdat die véél meer melk produceert, lager vetgehalte hebben maar ook een totaal andere samenstelling van eiwitten ( bijvoorbeeld meer en verschillende caso-morphines) bevat. Deze eiwitvormen zijn veel toxischer voor het lichaam en overbelasten onder meer het endorfinesysteem heel sterk. Dit is een cruciale gas en rempedaal in het lichaam dat welbevinden en gezondheid reguleert.
Vroeger dronken mensen vooral A2 koemelk. Dit is een “ouder type’ koe dat heel gebruikelijk was en waarvan is aangetoond dat dit veel minder belastend en schadelijk was. Een klein aantal boeren in Nederland werken nog met dit ras.
Want wat blijkt uit studies: Onze Aziatische medemens die last heeft van wat ‘lactose’intolerantie wordt genoemd en die het gezondere meer natuurlijke A2 type melk drinken, hebben geen klachten meer. Ook bij rauwe melk bleven de klachten vaak afwezig. Het gaat dus niet om de afwezigheid van het lactase-enzym dat de klachten veroorzaakt.
Ook is er een individueel verschil in het kunnen verdragen van de hoeveelheid melk/lactose bij mensen die het lactase-enzym missen. Deze ‘dosis-afhankelijkheid’ wijst in de richting dat er vermoedelijk ook andere factoren meespelen verbonden aan bijvoorbeeld levensstijl, levensgeschiedenis, voeding, staat van het persoonlijk microbioom, etc. Dit is bij elke mens anders.
En zo komen wij dichter bij de hamvraag; wat veroorzaakt dan de symptomen-cluster die we vermoedelijk onterecht ‘lactose-intolerantie’ noemen, ook bij onze kinderen? Wat zijn de dieperliggende “triggers”?
Ik schreef al over het type melk. A2 melk is dus veiliger en gezonder.
Daarnaast zijn er nog andere factoren die écht oorzakelijk zijn en die moeten aangepakt worden. Vermijden of verminderen van melk is in die zin tijdelijk goed als ‘symptoombehandeling’. Ook het innemen van lactase als supplement is een tijdelijke oplossing maar is in feite ookslechts een pleister en geen écht herstel.
Zoals hieronder verder besproken worden de reacties op geconsumeerde lactose uitgelokt door andere meer verborgen oorzaken die bijvoorbeeld gisting en fermentatie in de darm van lactose uitlokken, beschadiging van de darmwand, infecties, vertraagde darmtransit, etc. De belangrijkste zijn:
- Tekort aan DPP 4 enzym ; dit multifunctioneel super-enzym is cruciaal voor o a de darmfunctie, spijsvertering en darmwand, stressbestendigheid, energie en immuunsysteem. (ref) Dit wordt overbelast en verliest zijn functie door alle onderstaande oorzaken, en meer. Een tekort van dit enzym draagt bij aan darmkrampen, huiduitslag, middenoorontsteking en reflux bij baby’s. Onder meer A1 koemelk en gluten zijn krachtige DPP 4 remmers.
- Infecties in de darm en het spijsverteringsstelsel. Zo is er een verband tussen melkproducten niet goed verdragen en parasitaire infecties. (ref) (En neen die komen niet alleen bij Afrikaanse kinderen voor). Ook candida en andere schimmelsoorten als aspergillus spelen een rol. Onder meer een verstoorde zuurtegraad kan zorgen voor fermentatie en vergisting.
- lever, gal en pancreasproblemen. Dit heeft impact op vertering en vorming van stoelgang. Ook tekort aan maagzuur speelt hier mee.
- Constipatie, vertraagde werking van de darmen. Dit kan leiden tot meer gisting, fermentatie en toxische stress in de darmen.
- hormonale verstoring, schildklierproblemen.
- toxines , zware metalen, glyfosaat, radioactieve elementen, etc die de darmflora, zuurtegraad in de darm en darmwand verstoren.
- Westers eetpatroon, insuline-problemen.
- Overgroei van de dunne darm met bacterieën die enkel in de dikke darm thuishoren. (SIBO)
- Voortdurende sympathische staat van ‘fight en flight’ en een gebrek aan rust, herstel, ontspanning, vertering, veiligheid, slaap, connectie en ontplooiien.
“Het is goed om te weten als ouder wat de gevoeligheid veroorzaakt.” las ik onlangs in een artikel over lactose-intolerantie bij kinderen. Dit is misschien wel de échte hamvraag. Vaak gaat het om verschillende factoren en ‘stoorzenders’ die tegelijk aan het werk zijn, leert mijn praktijkervaring. Deze oorzaken goed in kaart brengen zijn een belangrijke eerste stap. Een symptoom behandelen is echter niet de oorzaak behandelen.
Referenties:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6308090/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31305326/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/26215149/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/8042019/
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1545434/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/11776151/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/11776151/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/3135364/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/12018807/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/12018807/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/12018807/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/7776987/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/23917444/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/5581327/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/5581327/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/6745955/